Vanuit het Collectief Midden Overijssel wordt een aantal bijeenkomsten georganiseerd over de herkenning van ontwikkelfases van kruidenrijk grasland en om te leren hoe je succesvol kruidenrijk grasland ontwikkelt. Dit is vooral van belang voor de ANLb-pakketten die grondgebruikers kunnen afsluiten voor de verhoging van de biodiversiteit.
Dat thema combineert goed met de doelen van Landerije de Bunte.
Dus hebben we de handen ineen geslagen en op 29 augustus een kennisbijeenkomst Ontwikkeling Kruidenrijk/Botanisch Grasland georganiseerd op onze Hooizolder.
Rob Geerts van de WUR (Wageningen University &Research) heeft namens het Collectief uitgebreid verteld over de ontwikkelfases van kruidenrijk grasland in het licht van de ANLb-doelen.
Vanuit Landerije de Bunte hebben wij onze praktijkervaring gedeeld met een andere manier van graslandbeheer. Wij gaan extensiever om met onze gronden. Doordat we niet gaan voor maximale opbrengst en juist ook kruiden bewust inzetten, zijn onze gronden per definitie kruidenrijker dan de gemiddelde weides in Nederland.
Na de theorie, de koffie en het gebak was een rondje door het land illustratief. Met z’n 22-en plantjes kijken :-)
Allerlei kruiden voor verschillende doelen.
We maken gebruik van vlinderbloemigen als witte klaver, rode klaver, rolklaver, Alexandrijnse klaver e.a. Deze planten creëren meer stikstof in de bodem, waardoor de mineralisatie wordt aangejaagd en we meer eiwit in het gewas krijgen, zònder dat we extra mest of kunstmest moeten gaan gebruiken. Als je rondkijkt, zie je hoeveel vlinders, bijen en andere insecten deze planten bezoeken: we dragen zichtbaar bij aan de biodiversiteit.
Daarnaast gebruiken we cichorei voor o.a. haar diepere doorworteling, waardoor ze minder droogtegevoelig is. Maar ook omdat deze plant in staat is om meer mineralen uit de bodem te ontsluiten en beschikbaar te maken voor de bodem en onze dieren.
Verder bevat cichorei inuline. Deze stof zorgt voor een filmlaagje op de darmwand van dieren, waardoor maagdarmwormen zich minder goed kunnen hechten. Een enorm positieve bijdrage: minder wormen, minder last van wormen, minder noodzaak om te ontwormen (en dus ook geen arbeid en ook geen kosten), minder kans op resistentie tegen wormmiddelen, minder groeiachterstand, minder residu in de bodem en dus behoud van bodemleven en schimmels. En gewoon een gezondere veestapel, dus een tevreden boer en boerin
En dan komen we ook de smalle weegbree tegen, duizendblad, pimpernel en karwij. Naast uiteraard ook de ridderzuring, akkerdistel, grote zegge, paardenbloem, speenkruid, timothee – er is zo veel te zien voorbij de grassprieten. Het is een andere manier van kijken naar wat gewenst en ongewenst is, kruid of onkruid.
Hopelijk hebben onze gasten hier iets van mee kunnen nemen.