Overvloed: “het voorhanden zijn van meer dan voldoende van iets”, volgens het woordenboek.
Dat is zonder meer van toepassing op onze hoeveelheid kuilvoer dit jaar.
De kuil is 32 meter lang in plaats van 24 en 80 centimeter hoger dan de normale 1,2 meter. Het gras schoot zo snel de hoogte in, dat we op Hemelvaartsdag de maaier hebben aangekoppeld, geschud, geharkt en een paar dagen later laten hakselen. Genoeg voer voor de aankomende 2 jaar. En de voornaamste reden van deze overvloed hier, en op veel de andere boerenerven: het water.
Gras is een watergewas. Bij gebrek aan water stagneert de groei, bij voldoende water zet het een groeispurt in. Het is onvoorstelbaar hoeveel effect dat water heeft op die eerste hoeveelheid gras die dit jaar wordt geoogst.
Opvallend genoeg is dat effect er bij ons evenzeer.
Onze bedrijfsvoering is fors anders dan op menig ander erf. Van onze 42 ha grond krijgen alleen de 15 hectare bij huis één keer per jaar 8 ton vaste mest in februari. De andere gronden moet het zonder mest doen – er is gewoon niet meer.
Op een paar kilometer afstand pachten we van Twence dik 6 ha grond, waarop een boomkweker langdurig buxus heeft gekweekt. Bij aanvang in 2016 bleek uit onderzoek het organische stofgehalte extreem laag en was er bijna geen bodemleven meer. Het verbouwen van graan bleek geen succes door omliggende distelvelden (zie ook Wat was er). Daarna hebben we er in 2020 een breed kruidenmengsel ingezaaid waarbij ook veel klaver.
Vaste mest daarheen brengen is vanwege de afstand te kostbaar en bovendien simpelweg niet beschikbaar. Dus die keuze is dan snel en simpel gemaakt. Aanvoeren van mest en kunstmest doen we niet, de grond en het gewas moeten het zelf doen. Op die percelen komt alles uit grond en lucht, en 1 keer per jaar weiden de schapen daar en laten de resten daar achter.
Bij huis is deze keer ook 6 hectare gemaaid van grond met een vergelijkbaar kruidenmengsel, waar wèl elk jaar bemest wordt en waar iets meer geweid wordt dan gemaaid.
Als we kijken naar de opbrengst, doen de verschillende percelen niet veel voor elkaar onder. Van de 6 ha bij huis komen 8 vrachten, van de 6 ha bij Twence komen 6 heel volle vrachten. Voor alle percelen geldt dat de opbrengst overvloedig is. Maar het is ook heel opvallend dat van de percelen bij Twence zònder enige bemesting er zoveel geoogst kan worden.
Met een week of 6 tot 8 zullen we de kuilanalyses maken, die naast elkaar leggen en de bodemmonsters vergelijken.